Vaak gestelde vragen over neurodivergentie op een rij
Voor wie is deze pagina bedoeld?
Deze informatie is er voor:
- Ouders van gevoelige, intense of teruggetrokken kinderen
- Leraren die leerlingen voelen wegglippen
- Zorgverleners die buiten de hokjes willen werken
- Jongeren die zichzelf kwijt zijn geraakt
- Beleidsmakers en organisaties die echt inclusief willen denken
- Voor iedereen die nieuwsgierig is naar NEUROINCLUSIVE!
Wat kun jij hiermee doen?
Wil je weten wat deze visie betekent voor jouw klas, gezin of organisatie?
Een masterclass of training waarin we uitgebreid aan de slag gaan et het onderstaande en jullie verhalen?
Of ben je klaar om voorbij labels te denken — en te werken vanuit kracht?
Samen maken we ruimte voor breinen in alle kleuren, vormen en verhalen.
Wat is neurodiversiteit en waarom is het belangrijk?
Neurodiversiteit betekent: elk brein werkt anders — en dat is waardevol.
Toch worstelen veel kinderen en jongeren in het onderwijs of in de zorg met systemen die niet voor hun brein zijn ontworpen. Ze voelen zich anders, vallen op of trekken zich terug.
Bij NeuroInclusive leggen we uit wat neurodiversiteit is én waarom het tijd is om het anders te benaderen: inclusiever, menselijker en met oog voor cultuur en identiteit.
Wat betekent neurodiversiteit eigenlijk?
Bij NeuroInclusive hanteren we een simpele maar krachtige definitie:
Neurodivergentie betekent dat elk brein uniek is, met eigen uitdagingen en krachten.
Neurodivergente mensen verwerken prikkels, informatie en sociale signalen anders dan het “gemiddelde” brein. Het gaat bijvoorbeeld om autisme, ADHD, dyslexie of hoogsensitiviteit. Maar ook om vormen die (nog) geen officiële diagnose hebben, maar wél duidelijk anders functioneren.
Neuro = het brein en het zenuwstelsel
Divergent = afwijkend van de standaard of gemiddelde norm
Let op: neurodiversiteit zegt niets over slimheid, succes of waarde. Het is niet beter of slechter — het is anders. En juist in dat anders-zijn zit kracht, mits de omgeving meebeweegt.
Wat is het sociaal model van neurodiversiteit?
Vanuit het medische model wordt vaak gekeken naar wat er mis zou zijn met een brein.
Bij NeuroInclusive werken we vanuit het sociaal model:
Niet het brein is het probleem, maar de mismatch tussen brein en omgeving.
Een kind dat druk is in de klas? Misschien is het overprikkeld.
Een leerling die zich terugtrekt? Misschien voelt die zich onbegrepen.
De vraag die wij stellen is: Wat zegt dit gedrag over de omgeving?
School, ouders en zorgprofessionals spelen een bepalende rol. Als die omgeving verandert, verandert vaak ook het gedrag. Dát is de kracht van neuro-inclusief werken.
Vanaf welke leeftijd kun je een diagnose krijgen — en waarom wel of niet?
Diagnoses zoals ADHD of autisme kunnen al vanaf 4-5 jaar worden vastgesteld. Maar in de praktijk gebeurt dit vaak (te) laat — vooral bij meisjes en kinderen van kleur.
Diagnoses kunnen erkenning geven en toegang tot hulp. Maar ze zijn ook beperkt:
Ze zeggen weinig over kracht, context en leerstijl.
Daarom zeggen wij: een diagnose is een richtingaanwijzer, geen eindpunt.
Bij NeuroInclusive combineren we diagnoses met:
- een systemische blik
- een culturele bril
- aandacht voor de context
- vertrouwen in het brein
NeuroInclusive doet geen diagnosestelling. Wel houden we ons bezig met kijken vanuit kernkwaliteiten, strengt en kracht. Je kan bij ons een nieuw interpretatie opvragen van je diagnose passend bij jou system, culturele achtergrond bekeken vanuit vooral wat je wel kan en waar je succesvol in kan worden. Want elke uitdaging heeft zijn kracht!
Waarom is een cultuurbewust perspectief onmisbaar?
Breinen bestaan niet los van taal, opvoeding, religie en identiteit.
Toch wordt bij kinderen en jongeren met een migratieachtergrond neurodiversiteit vaak niet herkend. Hun gedrag wordt toegeschreven aan opvoeding of cultuur — terwijl het brein ondersteuning nodig heeft.
“Ondanks de schade van een onderwijssysteem dat niet voor mijn gekleurde, neurodivergente brein was ontworpen, heb ik de kracht van één begeleider gevoeld.”
Vooral meisjes van kleur worden gemist. Ze leren zich aan te passen, te maskeren, te overleven — en branden op voordat ze tot bloei komen.
Cultuurbewust neurodiversiteit herkennen vraagt dus:
- Kennis van hoe neurodivergentie eruitziet in verschillende culturele contexten
- Vertrouwen opbouwen met ouders
- Diagnostiek aanvullen met een culturele bril
Wat hebben taal, meertaligheid en neurodiversiteit met elkaar te maken?
Bij mensen met een migratieachtergrond werkt taal vaak op meerdere lagen tegelijk: thuistaal, schooltaal en soms religieuze taal leven naast elkaar in het brein. Dit meertalige brein is krachtig, maar schakelt trager tussen contexten en reageert soms aarzelend — wat ten onrechte wordt gezien als traagheid of onbegrip. Bij neurodivergente kinderen versterkt dit effect zich: informatie verwerken kost meer tijd, vooral als de sociale of culturele code verandert. Gedrag dat lijkt op ‘niet willen’ of ‘niet begrijpen’, is vaak gewoon de vertraging tussen gevoel, taal en sociale afstemming. Daarom vraagt diagnostiek en begeleiding bij meertalige kinderen om geduld, context en een andere interpretatie van ‘stil’, ‘vaag’ of ‘tegenstrijdig’.
Wat is code switchen en waarom is het zo belastend?
Code switchen betekent dat je voortdurend schakelt tussen gedragingen, taalgebruik, toon en zelfs houding — afhankelijk van waar je bent en met wie je bent. Voor veel jongeren met een migratieachtergrond is dit dagelijks werk: thuis spreek je anders dan op school, op straat anders dan in de klas, bij je familie anders dan bij hulpverleners. Neurodivergente jongeren ervaren dit nóg intenser, omdat hun brein al moeite heeft met prikkelverwerking, sociale signalen en aanpassing. Het voortdurend aanpassen aan verschillende verwachtingen zorgt voor overbelasting, vervreemding en verlies van zelfgevoel. Wat van buiten lijkt op ‘flexibiliteit’, is van binnen vaak een continue vorm van overleven.
Hoe herken je neurodiversiteit in het onderwijs en de zorg?
In onze dagelijkse praktijk zien we:
- Jongeren die thuiszitten of afhaken
- Ouders die het niet meer weten en zich buitengesloten voelen
- Professionals die de tools missen om gedrag goed te duiden
- Meisjes van kleur die buiten beeld blijven in het diagnostisch proces
- Jongeren die overleven in plaats van ontwikkelen
Niet uit onwil, maar omdat systemen niet zijn ingericht op breindiversiteit — laat staan op culturele breindiversiteit.
Welke vormen van neurodivergentie komen het vaakst voor?
- Autisme (ASS)
Autisme is een andere manier van informatie verwerken, waarbij details, patronen en zintuiglijke prikkels sterk binnenkomen. In sociale situaties kunnen er moeilijkheden zijn met impliciete regels, oogcontact of wisselende verwachtingen.
De kracht zit in diepgaande focus, eerlijkheid en het vermogen om vernieuwend en systemisch te denken. Veel mensen met autisme voelen sterk aan wat klopt en wat niet — ze brengen diepgang waar anderen oppervlakkig blijven.
👉 Marokkaanse cultuur: Autistisch gedrag wordt vaak gezien als “asociaal” of “onopgevoed”, vooral als iemand niet groet of sociaal initiatief toont. Ouders krijgen soms het verwijt dat ze te toegeeflijk of afstandelijk zijn.
👉 Turkse cultuur: Stil of afwezig gedrag wordt geïnterpreteerd als “in zichzelf gekeerd” of als gebrek aan respect voor ouderen. De nadruk ligt vaak op sociaal gedrag en aanpassing.
👉 Chinese cultuur: Autisme wordt vaak niet herkend als neurodiversiteit, maar als introversie of zwijgzaamheid. Familie-eer en harmonie kunnen ertoe leiden dat signalen binnen het gezin gehouden worden.
👉 Surinaamse cultuur: Er is vaak weinig kennis over autisme, waardoor gedrag wordt gezien als ‘moeilijk’ of ‘anders’. Ouders kunnen te maken krijgen met schaamte of sociale druk om het gedrag te verklaren.
- ADHD
ADHD is een neurologische variatie waarbij prikkels, gedachten en beweging snel en intens verwerkt worden. Het uit zich vaak in impulsiviteit, snel afgeleid zijn of een groot innerlijk tempo.
De kracht van ADHD zit in creativiteit, energie en het vermogen om snel te schakelen. Mensen met ADHD zijn vaak actiegericht, denken buiten de gebaande paden en voelen feilloos aan waar het vastloopt.
👉 Marokkaanse cultuur: Druk gedrag wordt vaak geïnterpreteerd als ‘onopgevoed’ of ‘geen respect tonen’. Ouders voelen zich snel aangesproken op hun opvoeding.
👉 Turkse cultuur: Er is veel nadruk op discipline en gehoorzaamheid, waardoor impulsief gedrag wordt gezien als grensoverschrijdend. ADHD wordt zelden als neurologisch erkend.
👉 Chinese cultuur: Kinderen met ADHD worden vaak gezien als ongeconcentreerd of ongehoorzaam, wat schaamte oproept binnen het gezin. Er is veel druk om goed te presteren op school, waardoor problemen vaak gemaskeerd worden.
👉 Surinaamse cultuur: ADHD wordt geregeld weggezet als ‘druk gedrag’ of een tekort aan structuur. Veel kinderen leren zich aanpassen of krijgen een corrigerende aanpak vanuit het idee dat het gedrag af te leren is.
- Dyslexie
Dyslexie is een taalverwerkingsverschil dat lezen, spellen en automatiseren lastig maakt, ondanks een normale of hoge intelligentie. Het wordt vaak pas laat ontdekt, vooral als iemand goed compenseert.
Dyslectische breinen zijn vaak sterk in ruimtelijk inzicht, beeldend denken en creatief probleemoplossen. Ze kunnen hoofd- en bijzaken goed onderscheiden en denken in mogelijkheden.
👉 Marokkaanse cultuur: Problemen met lezen worden vaak gezien als taalachterstand, zeker bij meertalige gezinnen. Er heerst het idee dat harder oefenen de oplossing is.
👉 Turkse cultuur: Ouders linken het vaak aan moeite met de Nederlandse taal of “niet genoeg oefenen”, niet aan een structureel verschil in het brein.
👉 Chinese cultuur: Er wordt verwacht dat kinderen snel leren lezen en schrijven, en fouten worden vaak als slordigheid gezien. Dyslexie is minder bekend en wordt zelden als legitieme verklaring geaccepteerd.
👉 Surinaamse cultuur: Leermoeilijkheden worden eerder toegeschreven aan gebrek aan concentratie of motivatie. Veel ouders voelen dat hun kind “meer kan”, maar begrijpen niet waarom het leren zo moeizaam gaat.
- Dyscalculie
Dyscalculie betekent moeite met het verwerken van getallen, rekenen en wiskundige concepten, ondanks inzet of intelligentie. Je ziet het bij kinderen die blijven tellen op hun vingers of getallen omdraaien.
De kracht ligt vaak in andere leerstijlen zoals associatief, talig of visueel leren. Veel mensen met dyscalculie zijn gevoelig voor verbanden, verhoudingen en denken juist abstract als het niet over cijfers gaat.
👉 Marokkaanse cultuur: Rekenen wordt als essentiële basisvaardigheid gezien; moeite ermee wordt vaak als luiheid of gebrek aan aandacht geïnterpreteerd. Ouders weten meestal niet dat dyscalculie bestaat.
👉 Turkse cultuur: Cijfers en prestaties zijn belangrijk, waardoor rekenproblemen snel frustratie oproepen. Ouders denken eerder aan falen dan aan een onderliggend verschil.
👉 Chinese cultuur: Rekenvaardigheid wordt als essentieel gezien voor succes; kinderen met dyscalculie krijgen veel druk om te presteren. Er is weinig ruimte voor alternatieve leerstijlen.
👉 Surinaamse cultuur: Problemen met rekenen worden vaak afgedaan als ‘niet opletten’ of ‘niet genoeg oefenen’. De nadruk ligt op doorzetten, waardoor onderliggende problematiek gemist wordt.
- Hoogsensitiviteit (HSP)
HSP is een diepgaande vorm van sensorische en emotionele gevoeligheid, waarbij prikkels sterk binnenkomen en intens verwerkt worden. Je herkent het aan overprikkeling, sterke rechtvaardigheidszin, of moeite met drukke omgevingen.
De kracht zit in diepe empathie, reflectief vermogen en het aanvoelen van spanningen in groepen. HSP’ers kunnen aanvoelen wat onzichtbaar is — ze zien, horen en voelen wat anderen missen.
👉 Marokkaanse cultuur: Gevoeligheid wordt vaak niet benoemd of erkend als kracht, en wordt soms als ‘zwak’ of ‘overdreven’ gezien. Kinderen leren emoties inslikken en ‘sterk zijn’.
👉 Turkse cultuur: Emoties worden vaak impliciet gereguleerd; kinderen worden gestimuleerd om zich aan te passen, wat leidt tot veel maskergedrag. Gevoeligheid wordt zelden open besproken.
👉 Chinese cultuur: Gehoorzaamheid en rust worden gewaardeerd, maar gevoelige reacties kunnen als ongemakkelijk of storend worden ervaren. Prikkels en emoties blijven vaak onuitgesproken.
👉 Surinaamse cultuur: HSP wordt zelden herkend; kinderen worden gestimuleerd om ‘niet zo aan te stellen’. Veel jongeren leren emoties te verbergen en zichzelf te verharden in sociale situaties.
- Taalontwikkelingsstoornis (TOS)
TOS is een neurodivergente variant waarbij spraak, woordenschat of taalbegrip zich anders ontwikkelt. Dit kan zich uiten in vertraagde taalontwikkeling, moeite met zinnen bouwen of sociaal contact vermijden.
Kinderen en jongeren met TOS zijn vaak sterk in non-verbale communicatie, visueel leren en doen-denken. Hun kracht ligt in beeldtaal, humor, trouw en het praktisch verbinden van mensen.
👉 Marokkaanse cultuur: Vertraagde taal wordt vaak gezien als meertaligheid of verlegenheid. Ouders verwachten dat het vanzelf wel goedkomt, zeker als het kind Arabisch of Berbers ook leert.
👉 Turkse cultuur: Taalachterstand wordt vooral aan tweetaligheid gewijd, waardoor TOS niet snel wordt herkend. Ouders zoeken oplossingen binnen thuistaalgebruik.
👉 Chinese cultuur: Stil gedrag wordt niet snel als zorgelijk gezien; kinderen die weinig praten worden als gehoorzaam ervaren. Taalstoornissen worden vaak niet erkend zolang de schoolprestaties ‘meevallen’.
👉 Surinaamse cultuur: Problemen met taal worden vaak verward met dialectgebruik of ‘gewoon laat praten’. TOS wordt niet als aparte diagnose herkend, waardoor hulp vaak uitblijft.
Hoe ziet neurodiversiteit eruit in kleurrijke klassen?
In kleurrijke, meertalige klassen met diverse opvoednormen, ziet neurodivergentie er vaak anders uit dan in standaard theorieën.
Een druk kind uit een collectivistische thuissituatie wordt sneller gezien als “onopgevoed”. Een stil meisje dat veel vertaalt voor haar ouders lijkt sociaal vaardig, maar raakt overprikkeld. Hun gedrag wordt te vaak gelabeld als attitude, taalachterstand of cultuurverschil — in plaats van als signaal van een anders werkend brein.
Pas als we écht kijken — met een neuro-inclusieve én cultuurbewuste bril — zien we het ware verhaal.
Wat vraagt neurodiversiteit in kleurrijke klassen van jou als docent of begeleider?
Allereerst: respect. Jij bent niet alleen leerkracht, maar ook opvoeder, ondersteuner, mentor en soms zelfs tweede thuis.
En dat terwijl je al jaren te maken hebt met te weinig tijd, te weinig ruimte en te weinig waardering.
Neurodiversiteit vraagt geen extra taken erbij — het vraagt juist om meer rust, meer kennis en meer steun.
Om een andere manier van kijken: naar gedrag, naar leerstijlen, naar wat er onder de oppervlakte leeft.
Het vraagt om psychologische veiligheid, om wederzijds vertrouwen, duidelijke structuren en ruimte voor verschil.
En dat lukt pas echt als jij zélf ook veilig bent, gezien wordt en weet: ik hoef dit niet alleen te doen.
Want goed onderwijs begint niet bij het kind, maar bij de volwassene die er elke dag voor staat. Bij NeuroInclusive helpen we jou — met tools, inzichten en training — zodat jij kunt blijven werken met passie en plezier.
Omdat we zien hoe waardevol je bent, voor de klas én voor de wereld.
Hoe ziet neurodiversiteit eruit in de zorg en in de praktijkruimte?
In de GGZ wordt gedrag vaak bekeken door een westerse bril.
Maar wat als gedrag geen stoornis is, maar een overlevingsstrategie?
Een beleefde jongen met autisme wordt sociaal ingeschat, een goed presterend meisje met ADHD lijkt ‘gewoon druk’. Ze lijken te passen — maar dat doen ze niet. Hun brein wordt onzichtbaar.
Bij NeuroInclusive kijken we systemisch, met aandacht voor trauma, opvoeding, identiteit en culturele normen.
Niet de aanpassing van het kind is het doel, maar beweging in de omgeving.
Wat zijn de gevolgen van versnipperde zorg?
Kinderen krijgen hulp van meerdere instanties: GGZ, school, wijkteam, begeleiding. Maar vaak werkt iedereen langs elkaar heen.
Gevolgen in het onderwijs:
- Signalen worden gemist
- Informatie gaat verloren
- Ouders voelen zich machteloos
- Oplossingen blijven oppervlakkig
Bij NeuroInclusive werken we integraal: we verbinden ouders, school en zorg rond het kind. Met één verhaal, één taal en één doel: rust en ontwikkeling.
📌 Wil je weten hoe dat werkt?
➡️ Plan een kennismaking over systeemgerichte begeleiding.
Wat doet langdurig maskeren met mentale gezondheid?
Veel neurodivergente kinderen leren zich aan te passen. Ze worden wie ze moeten zijn, niet wie ze zijn.
Op termijn leidt dat tot:
- chronische vermoeidheid
- identiteitsverlies
- burn-out
- sociale angst
Niet het ‘anders-zijn’ is het probleem — het niet jezelf kunnen zijn is de werkelijke pijn.
Bij NeuroInclusive werken we aan herstel van authenticiteit. We helpen kinderen en jongeren weer zichzelf te durven zijn.
💬 Wil jij of je kind stoppen met maskeren?
➡️ Neem contact op en ontdek wat mogelijk is.
Waarom is wederzijds begrip niet vanzelfsprekend?
Empathie lijkt universeel, maar dat is het niet.
Autistische breinen verwerken emoties en signalen anders.
Neurotypische mensen begrijpen elkaar sneller — net als neurodivergente mensen onderling. Maar tussen die werelden ontstaat vaak miscommunicatie.
Dat heet het double empathy problem. En bij mensen met een migratieachtergrond komt daar nog iets bij:
Taal, normen en culturele context maken het nóg moeilijker om elkaar echt te begrijpen.
Bij NeuroInclusive werken we precies op dat snijvlak: neurodiversiteit én cultuur.
We bouwen bruggen tussen manieren van voelen, denken en communiceren.
💡 Wil je als professional beter leren communiceren met neurodivergente kinderen of ouders?
➡️ Volg een training of plan een adviesgesprek.